Schola Cantorum van het Ward-Instituut

Eucharistieviering (TV-mis)

St. Gerlachuskerk te Houthem - Sint Gerlach

24 augustus 2025; 10:00 uur


Het evangelie van deze 21e zondag kan ons ongerust maken vanwege de nauwe poort waar we doorheen moeten en vanwege de woorden “
Gaat weg van Mij, gij allen die ongerechtigheid bedrijft”. Toch hoeft deze evangelietekst ons niet te ontmoedigen. We worden allemaal uitgenodigd om de weg van Jezus te volgen en daar steeds opnieuw vorm aan te geven in ons leven, we worden allemaal uitgedaagd om te tonen dat we de moed en de durf hebben om steeds te blijven opkomen voor gerechtigheid en vrede.

 

Het is niet belangrijk tot welke groepering je behoort, het gaat er om of je wél of niet voor gerechtigheid opkomt en ernaar handelt, met andere woorden: of je mensen wel of niet tot hun recht laat komen. Dát bepaalt of je bij de eersten of bij de laatsten zult horen.
De opdracht van Jezus, ons tot het uiterste in te spannen om door de nauwe deur binnen te komen, is niet gemakkelijk en kan ons de moed in de schoenen laten zakken.

De psalmwoorden van de introitus Inclina Domine, de ouverture van de eucharistieviering, komen ons echter op het juiste moment te hulp. In enkele biddende verzen vraagt de psalmist of de Heer zich een reddende God wil tonen en zijn volgelingen tekens wil geven die hen bemoedigen en tot troost zijn.

 

Het graduale Bonum est confiteri is één lofzang op de barmhartigheid (misericordia) en trouw (veritas) van God. De jubel die door de melodie tot uiting komt, zowel in het respons als in het vers, lijkt geen grenzen te kennen.

 

Het Alleluia met het vers Quoniam Deus bezingt in herhaalde opwaartse melodische bewegingen het koningsschap van God over heel de aarde.

 

In het offertorium Exspectans exspectavi spreekt de psalmist zijn dankbaarheid naar God toe uit voor de oplossing van zijn problemen.

 

De communio De fructu prijst het werk van God in zijn schepping, voor het welzijn en de vreugde van de mensen. Passend bij de tekst lijkt de melodie op twee plaatsen vreugde-sprongen te maken: bij vinum laetificet (wijn die verblijdt) en bij ut exhilaret (om op te vrolijken).

De eerste verzen van psalm 104 (103) beschrijven de grootheid van God. De psalmist gebruikt daarbij termen van rust en beweging. Gods standvastigheid geeft hij weer als een verblijf. God woont in een mantel van licht, verblijft in een tent en resideert in zalen. De ruimte waarin Hij woont wordt steeds groter beschreven, God is onmetelijk groot. De beweging van God wordt voorgesteld door beelden van wolken die zijn vervoer vormen, van wind en storm die voortjagen, en van bliksem die voorbij flitst. Een steeds snellere beweging, waarmee tot uitdrukking komt dat God veelzijdig en wendbaar is.
De laatste verzen van de psalm laten zien dat God vreugde beleeft aan zijn schepping, maar het allerlaatste vers, vers 35 (weggelaten in het Liber Psalmorum pro communione!), verrast ons ook met de woorden dat er geen plaats is voor de ‘bozen van de aarde’.
Zondaars vormen een wanklank in de symfonie van de schepping. Die laatste waarschuwende psalmwoorden brengen mij de woorden uit het evangelie van vandaag in herinnering: “Gaat weg van Mij, gij allen die ongerechtigheid bedrijft”. “Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen!

 

 © Cyriel Tonnaer, dirigent Schola Cantorum van het Ward-Instituut

juli 2025